E. Cammenga |
Hergebruik in bewegingen, een vernieuwde zoektocht naar
exoplaneten | 153 | |
|
Rien Monshouwer over E.Cammenga Alles in rustige, voortdurende beweging. Terwijl ik wegdroom, meegenomen door een om haar as draaiend poëtisch universum, veroorzaakt door een achter haar staart aanzwemmende 'vis'. Belletjes stijgen en dalen als engelen op de Jacobsladder. Die 'vis' is onze gids in een verbeeldingswereld die ons nog onbekend is. In een andere video probeert een krab als Tantalus telkens opnieuw de berg te beklimmen, maar de mislukking is voorspelbaar, je krijgt medelijden met dat dier. De kunstwerken van Edith Cammenga zitten boordevol verwijzingen naar mythische verhalen. 'Schepen' dobberend op wateren, die boordevol gevuld zijn met oude en nieuwe 'water' verhalen. Zij nodigen ons uit om mee te 'varen', tot aan de rand van de wereld. Een enorme gestrande potvis toont zich aan ons, in een mooie tekening, die zich verbonden weet met alle andere historische tekeningen van deze fantastische dieren. Grandeur, gestrand op het zand. Wij mensen, staan verbaasd en gelaten naar dat wonderlijke wezen te kijken. Dat dier is hier niet op de juiste plek, dat hoort zich gracieus, maar indrukwekkend, voort te bewegen in de zee die erachter verbeeld is. Of als Moby Dick over de wateren te heersen. Voor veel mensen is de zee een geliefde plek om te bivakkeren. Je gaat vermoeden dat dat eindeloze water een diep verlangen in ons oproept. Misschien niet zo vreemd als ons eigen lichaam zelf grotendeels uit water is opgebouwd. Water is ons 'vertrouwd', zal ik maar zeggen. Zo is daar het wrak van het lang vergane VOC schip, hier op de bodem van de Waddenzee, dat haar grootse papieren gestalte van balken opnieuw uitgelegd heeft, en haar fraaie vorm in een nieuw jasje hult. Het roept de varensgezel in ons wakker, we kunnen ieder moment vertrekken, de zee roept ons. De fontein, in de vorm van een zeepaard, geïnspireerd op de windvaan van de toren van Termunten, wuift ons na. Ondertussen kijkt een uil ons aan, onbewogen, rustig, zij dwingt ons tot kalmte. De innerlijke kalmte, die we zo nodig hebben in deze woelige tijden, waarin we dagelijks op moeten boksen tegen ons opgedrongen consumptisme of tegen velerlei verleidingen, die overbodig veel, van onze kostbare tijd opeisen. Edith' s kunstwerken daarentegen tonen ons een, eveneens, verleidelijke wereld, maar dan één, die de vorm aanneemt van mysterieuze, soms overvolle tekeningen en schilderijen, waarin bijna fluisterend getekende wezens, ons deelgenoot maken van hun habitat, die ons als sprookjesachtig voorkomt. Een eenhoorn duikt op in de mist, wenkt ons, en wij laten ons in kinderlijke vervoering meenemen naar onaardse gebieden. En voor je het weet ben je als Alice in Wonderland een andere wereld in getuimeld. Eén die je doet denken aan de wereld zoals Jeroen Bosch die voor ons zichtbaar maakt. Op een volgende tekening betreden we een majestueus woud, één bevolkt door wonderlijke creaturen. Een eeuwenoud, ongerept woud, dat als we niet oppassen ten onder gaat aan menselijke wandaden, omdat we de neiging hebben dat duistere woud vol geheimen te rationaliseren, en er eenvoudig 'productie' materiaal voor van alles en nog wat van te maken, waarbij wij haar magische bewoners harteloos de deur wijzen of achteloos de onverschillige rug toe keren. De wereld als 'onttoverd' verschijnsel, gereduceerd tot alledaags product. Bossen, als leveranciers voor o.a. vervuilende kolencentrales. Edith heeft ons, in het verleden, een aantal grootschalige 'installaties' getoond, en dan denk ik met name aan haar solotentoonstellingen in het Museum Gouda. Het kunstwerk 'geodesie van het verlangen', het acht meter lange schip 'lady Ann', behangen met allerhande 'beladen' rituele voorwerpen, een schip waarmee je vele wateren gaat 'bevaren', in een ware Odyssee, staat me levendig voor ogen. Maar ook haar Ius Funerandi, acht snelle roeiboten (wherry's) naast elkaar in de Kapel van het Gouds Museum roept, tezamen met door haar geplaatste glas in loodachtige ramen, gevuld met scans van haar hersenen, roept levendige herinneringen op. Dit 'zelfportret' gaf een indruk van de spanwijdte van haar zoektocht. Edith sleept er, als dat nodig is, alle nodige materialen bij. Zij lijkt volkomen vrij in de keuze van materialen, en je treft in haar artistieke carrière dan ook een veelheid aan uitdrukkingsmiddelen aan. Begonnen als expressieve schilder, en begenadigd tekenaar, zal in deze tentoonstelling ook een onderwatercamera haar penseel zijn. Meedeinend op de golven van haar verbeelding. Want dat is haar toverwoord: de verbeelding! Orpheus mocht zijn Euridice ophalen uit de Onderwereld, zoals we weten, er was echter één voorwaarde: zijn grote geliefde zou achter hem aankomen naar de Bovenwereld, máár hij mocht tijdens die tocht niet omkijken. Hij moest geloof hechten aan de belofte van de Goden dat hij haar mee mocht nemen. We kennen de afloop...… Ik wil maar zeggen, als we onze collectieve verbeelding de kans laten, haar vertrouwen, om het zo te zeggen, dan komen we uit bij de geliefde. En die geliefde is dan de uitdrukking van de gedroomde, en (in potentie) te realiseren samenleving. De kunstwerken van Edith wijzen de weg naar plekken vol betovering, maar we moeten wel geloof hechten aan De Verbeelding en niet halverwege omkijken. In haar grote zwart-wit foto van haar kind (baby) en zichzelf is de verwijzing naar een heilige twee-éénheid van Madonna en Kind glashelder. De oude bekende beelden versmelten met de nieuwe. Het verleden, het heden en de toekomst tonen zich. Alweer is er sprake van een artistiek va et vient, in elkaars kielzog (om in scheepstermen te blijven), varen we naar havens die aan elkaar verbonden zijn dwars door tijd en ruimte heen. De 'nieuwe' kunst neemt de 'oude' met liefde in zich op, de toekomstige werpt haar licht vooruit. Werpt deze kunstenaar een nieuw licht op de zaak? Op deze tijd? Ja zeker, zij toont, of misschien beter gezegd: tooit zich in het kostuum van de 'moderne' kunstenaar. Is ze met haar verwijzingen naar klassieke thema's vastgeroest in de keihard geworden kleivoeten van de oude tijd? Zeker niet. Edith is van 'alle' tijden, maar vooral van de huidige. Zij is een kind van deze tijd, met de zorgen van deze tijd. Met een Waddenkust die telkens opnieuw gevaar loopt, omdat exploitanten geld ruiken. Het recente besluit om opnieuw naar olie te boren in de Waddenzee, is van een bijna stompzinnig politiek opportunisme, en moet bestreden worden. Levend op het platteland van Drenthe, ziet zij met lede ogen toe hoe boeren gedwongen worden het boerenbedrijf tot efficiënte industrie te maken, terwijl de alternatieve 'zorgzame' landbouw gelukkig terrein wint, maar het economisch moeilijk heeft. Edith is constant op zoek naar nieuwe middelen om beelden te scheppen. Zij is een kunstenaar van deze tijd. Zij maakt terecht gebruik van de middelen van deze tijd. Zij creëert beelden die getuigen van een waakzame en alerte toekomstvisie. Want wat zou de wereld nog voorstellen als haar kunstenaars ons niet zouden bewust maken van onze eigen kwetsbaarheid, en totale afhankelijkheid van de wereld om ons heen. Nee, wij zijn niet de heersers op deze aarde, wij zijn de dienaren ervan. Maar dat vergeten we snel, en gaan bezig met onze illusies van almacht. Want daar zijn we dol op. Macht! Terwijl de nuchtere stand van zaken, ons dwingt drastische maatregelen te nemen, wil de zaak ecologisch gesproken, niet helemaal in de soep draaien. Edith' s werk drukt een doorleefd engagement uit, en daaraan kan alleen kunst die getuigt van oprechte bezorgdheid en betrokkenheid voor ons voortbestaan, uitdrukking geven. Voor Edith is kunst altijd verbonden met de manier waarop individuen met het hen omringende landschap omgaan. Naar het zoeken hoe planten, dieren en mensen in harmonie kunnen samenleven. Hoe de wereld om ons heen een verrijkende, en niet verarmende ervaring hoort op te leveren. Rien Monshouwer |
20 mei - 31 augustus 2023 |