Thees Meesters |
Buitelende kinderen |
||
Thees Meesters - Zonder titel (Buitelende kinderen), Sabangplein Groningen Wanneer je rond het beeld loopt zie je dat het eigenlijk een tekening is |
Buitelende kinderen Zonder titel (Buitelende kinderen) Kunstenaar: Thees Meesters (1908-2002) Materiaal: hardsteen, 1,15 meter hoog Plaats: Sabangplein (tegenover nummer 7), Groningen In het gras van het Sabangplein staat dit beeld van de Groninger kunstenaar Thees (voluit: Mattheus) Meesters. Twee mensen, kinderen, houden elkaar vast bij de benen; een van hen staat op zijn kop, verder zijn ze volkomen gelijk. Als je het beeld omdraait zie je precies hetzelfde. De kunstenaar heeft vast passer en liniaal gebruikt bij het ontwerpen. De hoofden zijn cirkels; de rondingen van armen naar knieën aan de binnenkant zijn halve cirkels. De bovenkant van de armen is een rechte lijn die doorloopt in het zitvlak van de ander. De voeten zijn stevige rechte haken, die het hoofd van de ander aankijken als een dierenkop. Door al die ronde lijnen en door dat op zijn kop staan en spiegelen gaat het beeld voor ons leven en lijken die kinderen echt te buitelen. Vandaar de bijnaam “Buitelende Kinderen”. Tegelijk oogt het beeld zo simpel dat je het als vignet zou kunnen gebruiken. Het zou op een verkeersbord kunnen staan voor een speelplaats. Het beeld heeft jarenlang op een schoolplein gestaan (het Menso Alting College, nu De Meerpaal) totdat het schoolplein opnieuw werd ingericht en van speeltoestellen werd voorzien. In 2003 liet het Centrum Beeldende Kunst het beeld op het Sabangplein plaatsen, als “een kunstzinnige bijdrage aan de gezamenlijke inspanning van de Stichting Intensief Beheer Kop Indische Buurt en de buurtbewoners om de leefbaarheid te vergroten”. Wanneer je rond het beeld loopt zie je dat het eigenlijk een tekening is, die op een dikke plaat hardsteen is overgetrokken en daarna is uitgezaagd. Het heeft een voorkant, een zijkant en een achterkant. Voor- en achterkant zijn elkaars spiegelbeeld. Zo werkte Thees Meesters vaker, maar nooit zo extreem als hier. |
||
Thees Meesters - Zonder titel (Spelende kinderen), Zonnelaan voor de Castorflat, Groningen |
Rok In 1970, een jaar na “Buitelende Kinderen” werd aan de Zonnelaan een ander beeld van hem geplaatst: ook twee geometrisch vereenvoudigde kinderen. In eerste instantie zie je daar een figuur met enorme hoorns; het zou een beeld van een verdwenen cultuur uit Zuid-Amerika kunnen zijn. Al gauw zie je echter de twee kinderen: de een staat rechtop en houdt de ander, op zijn kop, boven zich vast. Wanneer je dat beeld ondersteboven zet wordt het wel degelijk heel anders: het staat dan stevig wijdbeens op de grond en is minder topzwaar. Het schijnt dat de kunstenaar het oorspronkelijk zo had bedoeld en dat dit een ingreep is van zijn vrouw. Ze maakte haar man erop attent dat dit logischer is, omdat het meisje een rok draagt. |
||
Thees Meesters - Zonder titel (Zonaanbidster), Noorderplantsoen, Groningen |
Zonaanbidster Het bekendste beeld van Meesters staat in het Noorderplantsoen: de zonaanbidster wordt het genoemd, maar officieel heeft het, net als de andere twee beelden, geen titel. Dat beeld ziet er minder geometrisch uit dan het beeld op het Sabangplein of dat aan de Zonnelaan, maar toch ging de kunstenaar daar op ongeveer dezelfde manier aan het werk: hij hakte een figuur uit een blok, niet rondom, maar van voor, van achter en van opzij. Als je om het zittende meisje heen loopt kun je het rechthoekige blok kalksteen nog terugzien. Let op de rok: die heeft een platte voorkant en een platte zijkant. Ook de rug achter is plat. Doordat de hoeken zijn afgerond oogt het meisje wat realistischer dan de buitelende en spelende kinderen. Dergelijke blokfiguren kennen we uit de oudheid. Toen de oude Grieken zo’n 2600 jaar geleden uit grote marmerblokken figuren begonnen te hakken deden ze het net zo. We noemen dat de archaïsche periode. Een eeuw later maakten ze de beelden die wij nu “klassiek” noemen. De klassieke kunst was het grote voorbeeld tot het eind van de negentiende eeuw. Alles wat daaraan voorafging noemde men primitief. |
||
Thees Meesters - Zonder titel (één van twee reliëfs) Oosterhamriklaan, Groningen foto's © Henk Puts |
Reliëfs In de twintigste eeuw gingen kunstenaars juist weer teruggrijpen op alles wat niet klassiek was, zoals de archaïsche Griekse kunst, of die uit het oude Egypte. Thees Meesters moet hevig geïntrigeerd zijn geweest door die oude culturen. Aan de Oosterhamriklaan vinden we twee reliëfs van hem uit 1957 die er heel erg Egyptisch uitzien: je ziet de figuren tegelijk van voren en van opzij en ze dragen een Egyptisch kleed. Aan de reliëfs kunt je goed zien dat Meesters behalve kunstenaar ook ontwerper was van penningen. Hij had van 1934 tot 1937 een baan als penningmodelleur in Zeist. Van 1937 tot 1940 studeerde hij aan het Hoger Instituut van Schone Kunsten in Antwerpen. Na de oorlog had hij veel opdrachten voor penningen, herinneringsmonumenten en gevelstenen. Ook boven portieken in Selwerderwijk zuid zijn reliëfs van hem aangebracht. Dat was in de sociale woningbouw in de jaren vijftig in heel Nederland heel gewoon, al was het maar opdat kinderen in de eenvormige naoorlogse portiekflats hun eigen voordeur zouden kunnen vinden. In de hedendaagse woningbouw is voor kunstenaars geen plaats meer. Ik vond het opvallend hoeveel verschillende werken van Thees Meesters in de stad te zien zijn. Je kunt eraan zien hoe hij zich ontwikkeld heeft zonder dat je boeken hoeft open te slaan. Ik had graag met de kunstenaar gesproken, bijvoorbeeld over zijn fascinatie voor de kunst van oude culturen, maar dat kon niet. Hij is in 2002 op vierennegentigjarige leeftijd overleden. Toen ik op de academie kwam was hij er net weg als docent. Mocht er echter iemand zijn die hem gekend heeft en iets weet van zijn drijfveren, dan houd ik me aanbevolen. Wie weet schrijf ik een volgende keer meer over Meesters en zijn werk. Henk Puts Meer over Thees Meesters op wikipedia Uit: De Korrespondent, 2008 nr.5, als derde aflevering van een serie over kunstwerken in de Korrewegwijk, Groningen. |
||