![]() |
|||
De rat van de Korreweg | aflevering 15 |
![]() |
|
Dit verhaal verscheen in 15 afleveringen in De Korrespondent onder het pseudoniem Eelco Boetes |
Het slotconcert | ||
![]() |
Wat vooraf ging: In de werkkamer van wethouder Jaap is een totale chaos ontstaan. Mensen zijn ratten geworden, ratten hebben mensenlichamen overgenomen, mensen hebben het verkeerde lichaam teruggekregen. Niemand weet nog wie wie is. Daarom vertrekt het hele gezelschap in dienstauto's naar de grote rattenkolonie in de ruïne bij het kanaal. Alleen de wondersaxofoon kan de betoveringen ongedaan maken. Twee politieauto's begeleiden ons naar het kanaal. De correspondenten rijden achter ons aan. Simon haalt een mobieltje uit zijn zak en begint erop te tikken. 'Gelukkig! Al mijn nummers zitten er nog in! We zullen die ratten eens wat laten horen!' 'Wat doe je?' vraag ik hem. 'Dat zul je straks wel merken!' Het laatste stukje lopen we door het weiland. Voor de ingang naar het hol onder de ruïne blijven we staan. We horen alleen vogels, verder is het stil. 'Ratten!' roep ik, 'Kom naar buiten!' We horen een merel alarm slaan, maar de ratten houden zich stil. 'Simon, speel maar!' Simon zet de saxofoon aan zijn mond en speelt het thema van het derde pianoconcert van Rachmaninof. Al gauw kijken de eerste spitssnuiten naar buiten. Niet veel later is het terrein van dansende ratten vergeven. 'Stop maar,' zeg ik tegen Simon. En dan bulder ik: 'Ratten! Zijn er onder jullie nog mensen?' Massaal gepiep klinkt. Dan zie ik tussen de massa een vaalbruine oude rat zitten. Dat moet Kobus zijn. 'Kobus! Hoor je mij?' Hij komt naar me toe gehobbeld. 'Kobus, het is bij ons een chaos. Iedereen wil zijn eigen lichaam terug. Kijk, deze rat is de wethouder en ik loop hier in zijn gestreepte apenpak. Die vent daar, die door de politie wordt vastgehouden, dat ben ik, dat is mijn lichaam, met de rat erin die een jaar wethouder heeft gespeeld.' Rat Kobus schudt langzaam zijn oude kop. 'Wat is er mooier dan rat te zijn? We gunnen het jullie graag, en we waren blij dat we lastratten in mensen konden veranderen. En wat is er mis met een beetje chaos, ondankbaar mens? Moet altijd alles precies zijn wat het lijkt?' 'Kobus, spaar me je diepe gedachten. Wij willen allemaal onszelf zijn en daarom gaat Simon nu een deuntje spelen op de saxofoon. Dat schijnt te helpen. Simon, ga je gang.' Opnieuw speelt Simon het sombere motief. Meteen beginnen de ratten er weer traag op te dansen, op Kobus na. Hij schatert zo hard als een rat dat kan. 'Om orde te scheppen, zoals jullie dat noemen, zul je toch echt met wat anders moeten komen!' 'Komt voor mekaar!' roept Simon. Kijk, daar komen mijn collega's al aan. Inderdaad komen een paar mensen met koffers en tassen het weiland in, en achter hen komen er steeds meer, jongens en meisjes, studenten, babyboomers en hoogbejaarden. Allemaal halen ze saxofoons te voorschijn, grote en kleine, altsaxofoons, tenorsaxofoons en zelfs twee baritons. 'Ik heb de hele muziekschool een noodoproep gestuurd!' roept Simon, 'En zij hebben die doorgestuurd. Jongens, goed dat jullie er zijn. Ik speel en jullie vallen in, O.K.?' Simon speelt en alle anderen beginnen mee te blazen. Iedereen maakt zoveel mogelijk geluid. De schapen vluchten weg. Eerst klinkt het nog als een hels kabaal, dat tot in het stadhuis te horen moet zijn. De ratten luisteren verbaasd, maar dan komen alle saxofoons in hetzelfde ritme en beginnen de ratten aan hun trage dans. Even word ik bang, het lijkt wel een dodendans, maar dan roept Simon: 'Steeds sneller!' De ratten raken in trance. Ik krijg een wee gevoel in mijn borst. 'Jaap, ik geloof dat er iets gaat gebeuren.' Voor de zekerheid ga ik met hem dicht bij mijn eigen lichaam staan, dat nog steeds wordt vastgehouden door twee agenten. 'Let op, jongens, wat er nu gaat gebeuren!' roep ik tegen de twee correspondenten. Het orkest versnelt, het volume zwelt aan, ik word steeds misselijker, mijn hoofd tolt en als de duizelingen me teveel zijn geworden merk ik dat ik door twee agenten wordt vastgehouden. Een rat springt weg. 'Ik ben mezelf weer!' krijs ik, zo hard als ik kan. 'Ik ook!' roept wethouder Jaap boven het lawaai uit. We kijken naar boef Karel. 'Eindelijk ben ik me eige weer!' meen ik te horen. 'Stop maar even!' roep ik, maar niemand luistert naar mij en de agenten houden mij nog steeds vast. 'Jaap! Vraag of ze me loslaten!' 'Maar hij heeft een overval gepleegd!' protesteren de agenten. 'Misverstand!' roep Jaap. 'Loslaten! Simon, stop even!' De muziek ebt weg. 'Kobus!' roep ik, 'waar is die rat die mijn lichaam had ingepikt?' 'Weet ik veel,' bromt hij, zo laag als een oude rat dat kan. 'Hier ben ik,' hoor ik uit de massa, 'kom me maar halen!' 'Waarom zou ik je halen?' 'Je wilt toch vechten?' 'Dat hebben we al gedaan, ik heb je toen verslagen.' 'Ha! Ik heb je laten winnen! Ik zou je graag alsnog verzuipen!' 'Ik heb je toch vrijgelaten? Wil je nog eens duelleren of zo?' Ik kan de rat niet in de massa onderscheiden. Ze lijken allemaal op elkaar. 'Hou je kop, lastpak!' roept Kobus, niet naar mij, maar naar de rat, 'Aftaaien!' Op dat moment komen alle ratten in beweging en in een oogwenk zijn ze allemaal in de ruïne verdwenen. De saxofonisten kijken stomverbaasd. 'Nou, is dit geen bijzonder nieuws?' vraag ik de correspondenten. 'Leuk verhaal, maar niemand gelooft het.' zeggen ze. 'Schrijf het zelf maar op!' 'Jongens roept Jaap, 'laten we er maar een feestje van maken. Speel nog wat leuks!' En zo begint spontaan een swingend feest dat tot in Baflo te horen is, en waarvan ik nog veel uitgebreider verslag zou kunnen doen, als niet ook mijn vrouw was verschenen, die ik door alle verwikkelingen lang niet had gezien. Hiermee beëindigen wij de berichtgeving over de rat van de Korreweg. Als u de voorgaande 14 afleveringen hebt uitgeknipt hebt u ze nu compleet. Vorige aflevering |
||
![]() ![]() ![]() |