De rat van de Korreweg | aflevering 7 |
|
|
Dit verhaal verscheen in 15 afleveringen in De Korrespondent onder het pseudoniem Eelco Boetes |
Een gevaarlijk kruispunt | ||
Wat vooraf ging: Een rat lokt mij in de val en neemt mijn lichaam over. Hij overvalt een dierenwinkel. Daarna geeft hij mij mijn lichaam terug en word ik als crimineel gearresteerd. Dan neemt hij het lichaam over van een agent. De chauffeur geeft gas en scheurt haast vrolijk weg van het kanaal. Ik zit half voorover, tussen twee agenten, mijn handen geboeid op mijn rug. Rechts zie ik de bomen van Selwerderhof, links de joodse begraafplaats. De rat-agent op de voorbank draait zijn hoofd iets naar links, maar kijkt me niet aan. "Kijk maar goed! Alleen horizontaal kom je hier nog terug!" Tegen de chauffeur zegt hij "Geef effe flink gas, Gert! We rijden onder de snelweg door, de Iepenlaan op. Chauffeur Gert mindert nauwelijks vaart als hij links afslaat, de Eikenlaan op. Gaat de politie altijd jakkeren als ze een pas gevangen boef vervoeren? Ik zie een trein over het viaduct rijden, op weg naar het hoofdstation. We zijn vlak bij huis. Ik kijk of ik bekenden zie lopen. Niemand. "Wat heb ik nou eigenlijk gedaan?" probeer ik nog eens. "Ha, we zullen je wel eens laten zien wat je gedaan hebt!" zegt de rat lachend. "Linksaf!" "Het bureau is rechts," aarzelt Gert. "Links!" buldert de rat. "Links, hoor je?" Plots klinkt de sirene. De chauffeur draait gehoorzaam linksaf de Bedumerweg op. Meteen gaat hij weer naar rechts, de Floresstraat in. Bij het plein trapt de chauffeur hard op de rem, draait naar rechts en stopt voor de dierenwinkel. Daar staat een flink aantal buurtbewoners bijeen, terwijl timmerlieden hout tegen het raamwerk spijkeren. De rat draait het raampje open en roept: "We hebben hem!" Hij draait zich weer naar mij toe en zegt dreigend: "Kijk maar eens goed wat je met petsplees gedaan hebt, boef! Binnen is het een puinhoop." "Pets plee's?" vraag ik. "Ja, Pet's Place, P, E, T, komma, S, P, L, A, C, E." "Je kunt in elk geval spellen", zeg ik tegen de rat. "Ha, nog brutaal ook. Weet je wat, we stellen je voor aan de eigenaar." Naar buiten roept hij: "Jongens, is de baas er nog?" "Opgevangen in het café!" hoor ik. Dan bromt mijn linker bewaker: "Wat bezielt je, Hein? Wij tonen onze arrestanten niet aan het volk! We brengen ze direct naar een ophoudkamer!" "En daar zijn we bijna!" voegt de man rechts van mij eraan toe. "Vooruit, rijden! En doe dat zwaailicht uit!" Hein, de rat, protesteert, maar chauffeur Gert geeft gas, rijdt het plein af en draait de Korreweg op. Kalm neemt hij de rotonde. Ik kijk nog even over het weidse Bernoulliplein en naar de massa's studenten, die boodschappen doen bij de Jumbo. "We kunnen wel even links naar binnen schieten," zegt Hein, vlak voor het politiebureau. "Dat kan niet," zegt Gert, "We moeten rechtdoor, en dan driemaal links." "Ga nou maar naar links, dan hebben we hem eerder in de cel!" De rat wordt driftig en duwt tegen het stuur. "Laat je niet afleiden, Gert!" roept mijn bewaker rechts. "Neem het gevaarlijkste kruispunt van Nederland net zo netjes als altijd!" Weer klinkt een sirene, maar het is niet die van ons. "Kijk verdorie uit!" Gert stuurt scherp naar links, maar we kunnen de collega niet meer ontwijken. Een enorme klap. Rechts wordt de auto samengedrukt. De voorruit versplintert. Ik vlieg naar voren, uit de greep van mijn agenten, en blijf hangen tussen twee opgeblazen airbags. De auto tolt. Nog een klap, tegen rechts. De rat wordt tegen me aan gesmeten. Verdwaasd stapt de chauffeur uit; ik werk me na hem naar buiten. Mijn bewakers zitten klem tegen de verbogen leuningen van de voorbank. Nepagent Hein kijkt met vraagoogjes op vanuit zijn airbag, net als toen ik hem thuis in de la tussen de cadeaus had aangetroffen. Moeizaam kruipt hij naar buiten. Zijn broekspijpen beginnen langzaam te glimmen van het bloed. Hij gaat liggen en jankt als een gewonde hond. Buiten staat iedereen tegen elkaar te schreeuwen. De hele Jumbo verdringt zich dicht om ons heen. Ik hoor mijn vastgeklemde bewakers vanuit de auto vertwijfeld roepen, maar niemand let op mij. Ik wandel kalm van het kruispunt weg, langs het terras vanwaar iedereen is opgesprongen naar de Bedumerweg, mijn geboeide handen op mijn rug. In de verte hoor ik een ambulance. Wordt vervolgd Volgende aflevering Vorige aflevering |
|||