![]() |
|||
De rat van de Korreweg | aflevering 13 |
![]() ![]() |
|
Dit verhaal verscheen in 15 afleveringen in De Korrespondent onder het pseudoniem Eelco Boetes |
Het spreekuur op het stadhuis | ||
![]() |
Wat vooraf ging: Na een reeks ongewenste lichaamsverwisselingen tussen mensen en ratten lukt het om met een saxofoon ratten aan te trekken en op het Bernoulliplein een verwisseling ongedaan te maken. Nadat een massa ratten in een put is verdwenen staan we daar met zijn vieren: wethouder Jaap in het lichaam van boef Karel, kunsthandelaar Bart in het lichaam van een kleine crimineel, Simon de schrijver, die net zijn eigen lichaam terug heeft en fantastisch saxofoon speelt, en ik, in mijn eigen lichaam, maar op de vlucht voor de politie. "Waarom heb je al die ratten de put in geblazen?" verzucht wethouder Jaap. "We hebben Karel nodig om mijn lichaam terug te krijgen!" "Misschien kun je gewoon op het stadhuis je lichaam terug ruilen." zegt Simon. "We vallen gewoon de gemeenteraad binnen." "Dat wordt lastig," zegt Jaap, "Maar morgen is het woensdag, dan hebben Burgemeester en Wethouders open spreekuur van negen tot tien. Toch zou ik liever Karel meenemen." "Ik kan proberen om die ratten weer te lokken met dat stukje Rachmaninof" zeg ik. "Help!" gilt een van de toekijkende meisjes, die op het punt staan af te druipen. "Dat beest kruipt in mijn tas!" "Ik wil mijn lichaam terug!" horen we het dier piepen. "Karel!" roepen we alle vier tegelijk "Pak hem!" We storten ons op de tas en grijpen de rat met al onze acht handen beet. "Morgenvroeg ben je weer jezelf, Karel!" roep ik, "maar dan moet je wel meewerken!" "Jullie kunnen bij mij overnachten," zegt Simon. De volgende ochtend, kort na achten, lopen we met zijn vieren door de Ebbingestraat naar de Grote Markt. Rat Karel zit in een goed dichtgeritste tas. Simon heeft de wondersaxofoon in een koffer gedaan. "Wie gaat er spelen, jij of ik?" vraag ik Simon, terwijl hele hordes scholieren ons voorbijfietsen. "Ik kreeg mijn lichaam terug, toen jij die tonen van Rachmaninof speelde" "Maar we moeten nu geen twee, maar drie lichamen ruilen. Hebben we dan niet een andere melodie nodig?" "Ik probeer het wel," zegt Simon. Al om halfnegen staan we op de Grote Markt. Wethouder Jaap tuurt omhoog, naar zijn kamer, rechtsboven in de hoek. "Kijk!" zegt hij, "daar staat ze, die piepjonge secretaresse met haar decolleté. En rechts van haar, dat is hij, eh, dat ben ik dus, of, mijn lichaam!" We zien de namaakwethouder naar de Martinitoren kijken, en daarna naar beneden, naar ons. Dan verdwijnt hij met zijn secretaresse uit beeld. Om precies negen uur lopen we de trap op naar het bordes en bellen we aan. We worden zowaar ontvangen door de burgemeester zelf, een hele eer, maar we willen alleen graag naar de wethouder van cultuur en economische zaken. "Is Jaap misschien beschikbaar?" vraagt Jaap. De burgemeester fronst. Kennelijk vraagt hij zich af waarom die oude boef de wethouder bij zijn voornaam noemt. "Jaap is vandaag niet beschikbaar" antwoordt de burgemeester. "Maar het is dringend!" zegt Jaap en manmoedig loopt hij de trap op naar boven. Wij volgen. "Hé, dat gaat zomaar niet!" roept de burgervader, maar wij benen verder omhoog. "Ik laat jullie verwijderen!" roept hij ons achterna. Helemaal boven loopt Jaap gewoon langs het bureau van de secretaresse zijn kamer in. De nepwethouder schrikt op van achter de enorme tafel. Het meisje springt eraf en verdwijnt naar haar bureau. "Wat moeten jullie hier!" roept de wethouder geschrokken. "Ik kom mijn lichaam terugpakken, rat!" roept de echte wethouder. "Jij wethouder? Laat me liet lachen." Kom op, spelen Simon, pak de saxofoon! Simon opent de koffer. De rat achter het bureau kijkt benauwd, alsof hij denkt dat er een geweer in zit. Terwijl we buiten politiesirenes horen loeien zet Simon het mondstuk op het instrument en speelt het sombere motief van Rachmaninof. Binnen enkele tellen staat de namaak-Jaap op, bevangen door de muziek, en begint te dansen. "Snel!" roep ik tegen Jaap, ga naar hem toe, raak hem aan of zo! "En Karel dan?" roept Jaap. "Oh ja." terwijl Simon blijft spelen en Bart er perplex bij staat lopen Jaap en ik tegelijk op de namaakwethouder af. Ik rits de tas open, pak Karel eruit en houdt het beestje tegen hen aan. Terwijl de politie met getrokken pistolen binnenstormt voel ik vreemde vibraties door mijn lichaam gaan. Een moment lijkt de kamer rond te draaien en de Martinitoren de lucht in te schieten. De rat ontsnapt uit mijn handen. Ik val achterover in een stoel. Ik draag het donkerblauwe pak met krijtstreep, dat de wethouder zojuist droeg. Ik ben wethouder geworden! Volgende aflevering Vorige aflevering |
||
![]() ![]() ![]() |